Interview van Larry Haaksma met Dennis Hendriks

In de regio Haaglanden lijkt het of de keepers schaarser en schaarser worden. De roep om een goede keeper is groot, maar wat is nou goed? Kan een jonge keeper toch ervaren zijn, is een oudere keeper dat altijd. Een van de keepers die de afgelopen 15 jaar niet weg te denken was uit ons voetballen is Dennis Hendriks. We dachten dat hij ging afbouwen bij RVC Celeritas maar niets is minder waar. VOlgend seizoen staat hij bij hoofdklasser TAC’90 onder de lat. Tijd om hem het hemd van het lijf te vragen.

Naam: Dennis Hendriks
Leeftijd: 36
Gezinssituatie: gezin met zoon (11 jaar) en dochter (9 jaar).

#1 Hoe oud was je toen je begon met keepen en welke clubs heb je doorlopen?

Op mijn 14e ben ik voor het eerst gaan keepen. Daarvoor voetbalde ik altijd centraal achterin. In de jeugd ben ik begonnen bij Tonegido, DWO en daarna ADO Den Haag. In de senioren heb ik gespeeld bij Sparta Rotterdam, RKDEO, SV’35, Vredenburch, Wilhelmus, Velo, FC Boshuizen, RVC Celeritas en nu TAC’90.

#2 Wat zijn je sterke kanten van het keepen en wat kan beter?

Ondanks mijn lengte ben ik een lijnkeeper. Er is heel veel wat beter kan. Mijn trap is bijvoorbeeld nooit geweldig geweest. Functioneel prima, maar ik leg geen ballen weg over 70 meter.

#3 Hoe belangrijk is uitstraling en hoe belangrijk is een keepers warming up voor de wedstrijd?

Uitstraling voor een keeper is zeker belangrijk. Rust uitstralen naar je teamgenoten. En een warming up is denk ik heel persoonlijk van keeper tot keeper. Ik doe bijvoorbeeld als sinds de jeugd dezelfde warming up, omdat ik mij daar prettig bij voel.

#4 Na FC Boshuizen wilde je eigenlijk wat afbouwen qua niveau, bij Celeritas, maar wat heeft jou teweeg gebracht om het toch nog een stapje hoger te proberen bij TAC’90?

Ik heb een erg drukke baan en een jong gezin met twee sportende kinderen. Om deze redenen koos ik destijds voor RVC Celeritas, zodat ik de zondagen vrij kon zijn. Als dan vervolgens zo een kans voorbij komt op mijn leeftijd, moet je deze met beide handen aangrijpen, vind ik. De tijd zal uitwijzen of ik nog goed genoeg ben.

#5 Hoe belangrijk vindt jij specifieke keeperstraining, voor een ervaren keeper zoals jij?

Heel belangrijk. Ik merk dat, net zoals de meeste mensen, ik echt stil heb gestaan vanaf oktober 2020. Vanuit Boshuizen maakte ik fit de overstap naar RVC en had daar geen keeperstraining. Voor mij persoonlijk is dat achteraf een gemis gebleken. Ik vind het fijn om het balgevoel te blijven onderhouden en het conditionele, met name sprongkracht en afzet echt naar het maximale te trekken. Wanneer dit op orde is, ben je in het veld gewoon in staat om het verschil te kunnen maken. Dit is dan ook voor mij de opdracht gedurende de voorbereiding.

#6 Waar kan jij je aan ergeren in een wedstrijd en waar wordt je blij van?

Negativiteit. Daarmee bedoel ik wijzen naar anderen. Je hebt in een selectie altijd jongens die niet zelfkritisch zijn en om deze reden wijzen naar anderen wanneer zaken fout gaan. Ik word blij van gewonnen wedstrijden. Dat verveelt nooit.

#7 Nu bij TAC’90 op een behoorlijk hoog niveau, is dit je plafond of heb je nog meer ambities?

In alle eerlijkheid is dit iets waar ik vooraf geen rekening meer mee hield, omdat ik vanaf FC Boshuizen de stap had gemaakt naar een 4e klasser. Ik ben dan ook totaal niet bezig met een seizoen hierna. Laat ik eerst maar zorgen dat ik wedstrijdritme ga opdoen, fit ben en van toegevoegde waarde kan zijn voor het team.

#8 Blijf je na het keepen op het veld nog actief in het keepers wereldje, bijvoorbeeld keeperstrainer worden?

Ja, daar ligt wel mijn ambitie. Ik heb al ervaring kunnen opdoen in de afgelopen jaren door bezig te zijn met jonge talentvolle keepers. Het spelletje is te leuk om helemaal mee te stoppen. Een vriendenteam etc is niets voor mij. Daar ben ik te veel winnaar voor.

#9 Hoe belangrijk is de verstandhouding tussen een keeper en een keeperstrainer voor jou?

Heel belangrijk.

#10 Met welke keeperstrainers heb je gewerkt en veel van geleerd?

Aad Buitendijk, Arie Rog en Max de Jong in de jeugd. Gedurende mijn senioren tijd waren dit; Larry Haaksma, Maikel van der Kooij, Arlindo Morais, Leo de Boer, Ronald van Kesteren/Robert van Kampen. Van alle trainers steek je iets op. Het grappige is dat bij vrijwel alle trainers andere elementen belangrijk werden gemaakt gedurende de trainingen. Zo had ik trainers die echt hielden van het slopen van de keepers, terwijl anderen werkten met name aan oefeningen goed en zorgvuldig uitvoeren.

#11 Trainen en wedstrijd op gras of kunstgras?

Een goed en nieuw kunstgrasveld is prima. Maar op een goede grasmat spelen blijft toch altijd wel de voorkeur houden.

#12 Wat zijn je doelstellingen met TAC voor het komende seizoen?

Top 3 eindigen in de hoofdklasse en daarmee proberen promotie af te dwingen naar de 3e divisie.

#13 In jou lange carrière heb je vast wel een leuk kleedkamermoment meegemaakt, kan je er een of twee noemen die je zijn bijgebleven?

Dat zijn er te veel om te benoemen. Bij iedere club hing er weer een andere dynamiek in de kleedkamer. Als ik er dan 1 moet uitlichten, was het wel dat wij bij Vredenburch een teamgenoot hadden, die er een gewoonte van maakte om in de kleedkamer van de tegenstander altijd even een grote boodschap achter te laten, zonder door te trekken. Hij moest hier zelf altijd het hardst om lachen.

#14 Wat is jou top amateurkeepers top 3 en jou profkeepers top 3?

Voor mij staat met stip op nummer 1 nog altijd Steve Verstraaten. Wereld gozer en een top keeper. Heeft alles wat je moet hebben als keeper. Vroeger ging ik met mijn vader vaak kijken bij Tonegido en zag ik daar Lemmy Stevens. Ook geen verkeerde keeper. En als nummer drie noem ik dan Patrick de Groot. Qua prof keepers kijk ik graag naar Jan Oblak, Manuel Neuer en natuurlijk Gianluigi Donnarumma.

#15 Wil je nog ergens op terug komen?

Mocht de lezer een leuk en aanvallend voetballende ploeg willen zien spelen, nodig ik u van harte uit om eens een wedstrijd van TAC’90 te bezoeken.

Dennis, bedankt voor dit interview en veel succes met TAC’90 in de hoofdklasse.